Vandaag heb ik een behoorlijke vliegreis voor de boeg. Tien uur in een aluminium buis. De meningen over intercontinentale vliegreizen zijn verdeeld: veel mensen hebben er een hekel aan. Ik vind het heerlijk.
Ja, het is inderdaad nogal krap op zolder en de stoelen zijn meestal hard. Het eten is op z’n best een soort van mwah. Allemaal waar. Maar voor mij heeft het opgesloten zitten in zo’n machine ook mooie kanten.
Het feit dat ik weet dat ik de komende 10 uur lang afgesloten ben van elke vorm van communicatie (een kort gesprek met een medepassagier of bemanningslid daargelaten) geeft mij rust. Geen telefoon, geen mail, niemand die iets van mij moet. En ik kan zelf ook geen kant op.
Alle tijd om te lezen, wat achterstallig werk te doen en gedachteloos uit het raam te staren. En vooral heel veel tijd om ongestoord na te denken.
We denken te weinig na
De meesten van ons worden betaald om slimme dingen te bedenken. Tenzij je een echte hands on job hebt, dan ligt dat misschien wat anders, maar over het algemeen worden wij geacht om brain work te doen: ons brein gebruiken om waarde toe te voegen.
Het is daarom best wonderlijk dat we heel veel tijd besteden aan meer ‘oppervlakkig werk’ als mails beantwoorden, vergaderen en koffiedrinken met de collega’s. Die werkzaamheden zijn in zekere zin niet onbelangrijk; het is de smering die nodig is om de machine te laten draaien. Maar ze moeten niet de overhand krijgen.
Ik merk dat dit oppervlakkige werk vaak voorrang krijgt. Een dag wordt gedachteloos gestart met het lezen van mails, zonder hier een tijdslimiet aan te koppelen. De agenda wordt lukraak gevuld met vergaderingen en overlegjes. En uiteindelijk gaan we in de schamele tijd die overblijft aan de slag met de zaken waarvoor we eigenlijk aangenomen zijn: nadenken en slimme dingen verzinnen.
Onze gefragmenteerde agenda’s, onze manier van werken, het helpt allemaal niet om tot echt nadenken te komen.
Wat kunnen we doen?
Als je meer prioriteit wilt geven aan breinwerk dan is het belangrijk om te weten is dat écht breinwerk alleen mogelijk is als je je voor langere tijd kunt afsluiten van iedere vorm van afleiding. Het duurt even om in een flow te komen en mijn ervaring is dat je minimaal twee uur nodig hebt om echt vruchten te kunnen plukken van een denksessie. Je zult dus een dergelijke sessie dus proactief moeten inplannen.
Tips:
- Plan een wekelijks terugkerende afspraak met jezelf in. Maak daarbij gebruik van je Ideale Planning om aan te sluiten bij je energiepieken. Ikzelf heb iedere ochtend een korte denksessie in mijn ochtendritueel en iedere donderdagmorgen heb ik een denksessie van drie uur in mijn agenda staan – de good old #ThinkingThursday.
- Zorg dat je tijdens je denksessie niet gestoord wordt. Ik ken mensen die voor deze sessie een ochtend thuis blijven of in een bibliotheek of koffietentje gaan zitten.
- Bedenk van tevoren waar je over na gaat denken. Pak een probleem of uitdaging bij de kop en zet daar je tanden in. Mocht zo’n uitdaging niet voorhanden zijn, dan kun je beginnen met een Braindump. Geheid dat er dan zaken naar voren komen die aandacht behoeven.
- Vraag jezelf regelmatig af: doe ik wel genoeg brain work? Of houd ik mij met name bezig met allerlei beslommeringen?
Ik vouw mijzelf zo meteen in stoel 31J en zodra we boven de Noordzee zijn, pak ik pen en papier en mijn lijst met ‘nadenk-onderwerpen’ en begint mijn bijna oneindige #ThinkingTuesday. Ik verheug mij er op.
Een bericht ontvangen als er een nieuw blog verschenen is?
Meld je hier aan voor onze Nieuwsbrief!