Afgelopen week gebeurde er iets bijzonders. Ik zou, samen met een collega, op donderdag en vrijdag een tweedaagse training verzorgen. Maar door omstandigheden moesten we op de avond ervoor besluiten om de training te verzetten.
Ineens had ik twee lege dagen voor mij liggen.
Dit kwam mij eigenlijk wel goed uit. De afgelopen tijd was hectisch geweest, mijn to-do lijst was overvol en ik was aan een aantal belangrijke dingen nog niet toegekomen.
Dus die oase van twee lege dagen was een heerlijk vooruitzicht. Lekker meters maken.
Maar toen ik op donderdagmorgen wakker werd en lag te bedenken met welke taken ik vandaag zou beginnen, merkte ik onrust in m’n hoofd. Ik voelde de sterke behoefte -lees: drang- om de vrijgekomen tijd heel anders te benutten.
Het was tijd om na te denken.
Spijbelen
In plaats van -gewoontegetrouw- in de doe-modus te schieten en achter mijn computer te gaan zitten, liet ik mijn laptop dicht, mijn telefoon uit, en plofte ik op de bank. Met pen, een stapel leeg papier en een kop koffie. En ik begon met nadenken.
Dat heb ik de hele dag volgehouden. Een paar uur op de bank, twee uur in een koffietentje, een deel van de middag in de zon op het balkon en tussendoor twee flinke wandelingen met een notitieboekje in de hand.
Het voelde als spijbelen.
We denken te weinig na
De meesten van ons worden betaald om slimme dingen te bedenken. Tenzij je een echte hands-on job hebt, dan ligt dat misschien wat anders. Maar over het algemeen worden wij geacht om brain work te doen: ons brein gebruiken om waarde toe te voegen.
En toch houden we ons een groot deel van de tijd bezig met doe-dingen. Mails beantwoorden, vergaderen, projectvoorstellen schrijven, Excel sheets vullen, mensen aansturen, etc.
Uiteraard is het niet zo dat we daar niet bij na hoeven te denken. Ook daar wordt een beroep gedaan op onze denkkracht, maar altijd in combinatie met het uitvoeren van een taak.
En ondertussen nemen we heel weinig tijd om alléén maar na te denken. Zonder iets anders te doen. Gewoon uit het raam staren en kijken wat er opkomt. Of afstand te nemen van bepaalde problemen waar we tegenaan lopen en daarmee nieuwe perspectieven te ontwikkelen. Slimme dingen bedenken. Plannen maken.
En áls we dit alles al doen, dan gebeurt het vaak even snel tussendoor. In de waan van de dag zijn onze agenda’s stampvol met afspraken. En echt ergens over nadenken kost tijd. Je moet er even inkomen; slimme dingen komen niet altijd op commando. En er moet rust zijn in je hoofd. En juist die tijd ontbreekt vaak.
Super productief
En juist daarom was het zo heerlijk om een dag tijd te hebben voor een nadenksessie. Het voelde als spijbelen. Alsof ik niets aan het doen was. Maar het was super productief.
De opbrengst van die dag: een nieuwe strategie bedacht voor mijn onlinetrainingen, een marketingplan gemaakt en een eerste outline voor het jaar 2022. Allemaal dingen waar ik op reguliere werkdagen niet aan toekom of mezelf niet toe kan zetten vanwege de waan van de dag en druk-druk-druk.
Daarnaast bracht het me nieuwe energie, helderheid, rust in m’n hoofd en heel veel ideeën op allerlei vlakken.
En de volgende dag ben ik als een speer met deze opbrengst aan de slag gegaan. En realiseerde ik mij hoezeer mijn eerste coach gelijk had toen ze zei: ‘Slow down to go faster'.
Voornemen
Je raadt het al; ik ga dit vaker doen. In het verleden plande ik regelmatig denksessies van een paar uur in mijn agenda, maar in de Coronaperiode is dat op een of andere manier uit mijn systeem geraakt. En nu wil ik meer.
Mijn voornemen voor de komende tijd: ik blokkeer iedere zes weken een hele dag in mijn agenda voor een nadenksessie. En daarnaast plan ik iedere twee weken een donderdagochtend vrij voor een denksessie; the good old #ThinkingThursday.
En omdat ik weet dat het niet gaat gebeuren als ik het niet inplan, heb ik de denksessies voor het komende jaar alvast in mijn agenda gezet. Het staat dus vast en ik verheug me er nu al op.